Jan (61) nam ruim vier jaar geleden afscheid van het onderwijs na een burn-out waar hij nu nog mee te kampen heeft. Na een tijdje thuis te hebben gezeten, pakte hij langzaam de draad op door te gaan werken in een wijkhuis. Maar dat bleek te veel gevraagd. Hij kwam opnieuw thuis te zitten.
Totdat de Stadstuin Helmond op zijn pad kwam, waar kwetsbare mensen uit de omgeving samenwerken. “Het eerste advies dat iedereen met een burn-out krijgt is: ga naar buiten. Dat heb ik gedaan. Ik heb buiten klussen doen altijd leuk gevonden, maar het kwam er niet van.” In het begin van dit jaar informeerde hij eens voorzichtig naar vrijwilligerswerk bij de Stadstuin. “En nu ben ik er elke week.”
Spullen hergebruiken
Elke dinsdagochtend is Jan te vinden in de tuin. “Eind januari was er nog niet veel te doen. Toen heb ik voornamelijk opgeruimd. Ik heb ook meegeholpen aan het neerzetten van een gebouwtje. Heel technisch ben ik niet hoor, maar dat geeft hier niet. Het mag ook geen geld kosten, dat vind ik interessant. We denken hier na over hoe je spullen het beste hergebruikt. In de lente en de zomer was er steeds meer te doen in de tuin, zoals nieuwe dingen planten.” Inmiddels komt Jan ook elke vrijdag naar de tuin omdat hij zich sinds kort bezighoudt met de nieuwsbrief en het schrijven van persberichten.
Idealistisch en praktisch
Het tempo van de tuin past bij Jan. “Sinds mijn burn-out vind ik het lastig om te improviseren en veel mensen om me heen te hebben. Ik wil graag structuur hebben en iets nuttigs doen. Dat kan hier. Er wordt iets van je verwacht, maar er is geen druk. Je wordt in je waarde gelaten."
'De tuin betekent iets voor mij en ik beteken iets voor de tuin'
"Tegelijkertijd maken ze ook duidelijk hoe het hier werkt en dat je je moet aanpassen. En als ik iets echt niet zie zitten, is dat ook geen probleem. Het is allemaal erg gemoedelijk. Je wordt nooit opgejaagd. De tuin betekent iets voor mij en ik beteken iets voor de tuin. Dat vind ik prettig want ik wil niet als zielig geval gezien worden. Het kleinschalige spreekt me ook aan en de passie van de eigenaren. Ze zijn idealistisch en praktisch. Dat is zo mooi om te zien.”
Jan voelt zich steeds een beetje beter. “Als ik in de tuin werk, wordt mijn hoofd leeggemaakt. Het is niet zo dat ik nu ineens in razend tempo herstel, hoor. De tuin is geen wondermiddel. Maar als het nu goed voelt, is het oké.”
Interessant
“Ik vind de moestuin heel interessant. Ik ben een boerenzoon en dan leer ik op mijn 61ste nog dat omploegen eigenlijk helemaal niet hoeft! Je leert hier meedenken met de natuur, er dieper over nadenken. Zoals hoe je ervoor kunt zorgen dat je geen gif hoeft te gebruiken. Door bepaalde dingen naast elkaar te planten bijvoorbeeld, zodat insecten natuurlijk worden bestreden. Als je aardappelen plant, is het slim om er afrikaantjes naast te zetten. Die kever die aardappels aanvreet, heeft een hekel aan afrikaantjes. En het is ook nog een fraai gezicht. Voor mij heeft biodiversiteit hier inhoud gekregen.”
Jan is voorlopig in de stadstuin te vinden. “Ik heb kennisgemaakt met een totaal andere werkplek, waarbij het niet om de centen gaat en er geen druk is. Dat is na 36 jaar onderwijs een verademing. De mens en goed eten staan hier centraal. Het is heel prettig om hier nu op deze manier bezig te zijn.”
Meer weten over de mensen achter de stichting?
Lees het verhaal Een stadstuin met een sociaal hart.