Een koelkast voor een oudere dame die alleen een vriezer tot haar beschikking had. Een professionele schilder die muren overschilderde die een psychotische vader met graffiti had beklad. Taalhulp bij het schrijven van een scriptie, een advocaat die adviseert bij problemen met de woningbouw en een gratis tandartsdag. Projectleider Anna Tak van Stichting ANDERS Rotterdam kan het ene mooie verhaal na het andere vertellen. Stichting ANDERS Rotterdam, gestart in 2019 onder de paraplu van de landelijke stichting en sinds mei 2020 zelfstandig, heeft namelijk een missie. “Met elkaar ontdekken hoe mooi het is om te geven en ontvangen. Want geven maakt rijk”, aldus Tak. “In 2020 hebben we op die manier 287 Rotterdamse hulpvragen kunnen oplossen.”
Pay it forward
Dat geven komt van beide kanten. Lokale ondernemers geven kosteloos hun tijd en hulp, en dat doen de ontvangers van de hulp ook. “Het laat de hulpontvangers in hun waarde door ze te vragen wat zij kunnen geven in ruil voor de hulp”, vertelt Tak. “Het geeft ze kracht omdat ook zij iets te bieden hebben.” Zo werd een fiets cadeau gedaan aan een vluchtelingengezin, bakte iemand een lasagne voor een alleenstaande moeder en veegde een ander de bladeren van het schoolplein.
Hoe het precies werkt? Personen met een hulpvraag worden door instanties zoals het Leger des Heils, welzijnswerk en buurtcentra doorverwezen naar Stichting ANDERS Rotterdam. Tak en haar collega’s kijken welke ondernemer gekoppeld kan worden aan de hulpvraag en regelen het verdere contact. “We zijn in 2019 gestart in Rotterdam Noord en centrum”, aldus Tak. “Inderdaad, niet in het armste gedeelte van Rotterdam. Op die manier kunnen we eerst aftasten hoe het opbouwen van het netwerk met ondernemers en hulpinstanties en het koppelen van de hulpvragen gaat. We hebben de ambitie om de brug over te gaan, maar dat is ook een grote stap financieel gezien. In Rotterdam Zuid is veel meer armoede en zullen meer hulpvragen zijn.”
Vrijwillige bijdrage
De organisatie van de hulp is dan ook waar het geld naar toe gaat. “De opstart hebben we met de subsidie van het Oranje Fonds kunnen doen”, aldus Tak. “Uiteindelijk willen we draaien op lokale subsidies en vrijwillige bijdrages van ondernemers.” Dus ondernemers betalen ook, naast het leveren van hulp? “Ja, dat klinkt misschien gek. Een bijdrage is niet verplicht, maar ondernemers snappen dat het organiseren van hulp geld kost. Ze willen graag hun steentje bijdragen aan hun eigen leefomgeving, maar zitten niet te wachten op al dat geregel er omheen. Dat pakken wij voor ze op. Wij koppelen ondernemer en de persoon met een hulpvraag, wij maken de afspraken, wij controleren of deze persoon echt geen middelen heeft om het zelf op te lossen en zijn de contactpersoon. Het werkt.”
Tijd nemen
Volgens Tak is dan ook het investeren in de relaties met partners de sleutel tot succes. “Neem de tijd voor contact met partners. Van de lokale ondernemer, tot de contactpersoon bij het fonds waar je subsidie wil aanvragen. Investeer, dan gaat de samenwerking veel makkelijker.”