Het begon allemaal in 2016 toen het hospice, dankzij steun van diverse sponsoren en het Oranje Fonds, kon starten in een voormalig verzorgingshuis in Oudewater. “Een fantastisch mooie locatie”, vertelt penningmeester Aad de Greef. “We konden er twee kamers realiseren, een keuken en een sanitair gedeelte.” Tot het hospice in 2019 werd gedwongen om een andere plek te vinden. Het pand waarin het hospice was gevestigd voldeed niet aan de bouweisen en moest worden afgebroken. “Dat was een erg vervelende tijd omdat we gedwongen werden er op korte termijn uit te gaan.”
Huiselijke sfeer
Gelukkig mocht het hospice iets langer openblijven en kon op tijd een nieuw pand worden aangekocht, met hulp van lokale ondernemers. Ook het Oranje Fonds gaf opnieuw steun. “Dat was hard nodig, want toen moest het huis nog worden ingericht. We hadden onder andere bedden nodig, een keuken en nieuwe wasautomaten.” Uiteindelijk groeide er iets moois. “We hebben een vrijstaand woonhuis verbouwd. Beneden zijn drie gastenkamers en een mooie ruime woonkeuken. Boven is het kantoor, een woonkamer en een logeerkamer en doucheruimte voor een logee.”
Volgens Aad is het hospice niet meer weg te denken uit Oudewater en "absoluut noodzakelijk". “Er is hier in de buurt behoefte aan een plek voor terminale patiënten die hun laatste momenten kunnen doorbrengen in een huiselijke sfeer. Dat huiselijke is erg belangrijk. De situatie moet bijna gelijk zijn aan thuis. De gasten kunnen ook hun eigen spullen meenemen. En zowel de thuiszorgmedewerkers als de huisartsen komen gewoon hier langs.”
Onbepaalde tijd
De gasten blijven voor onbepaalde tijd in het hospice. “Dat kan één dag zijn, drie maanden en soms iets langer. Sommigen fleuren door de aandacht die ze hier krijgen zodanig op dat de terminale fase voorbij is. En dat is ook prima. Dan gaan ze bijvoorbeeld terug naar het verzorgingshuis. We hebben hier zelfs iemand gehad die daarna weer naar huis ging.” Maar veel vaker is het hospice een plek van afscheid. “Veel gasten overlijden hier in dit huis. Vaak met naasten om hen heen.”
Familie en vrienden spelen een grote rol in het hospice. De coronacrisis kwam daarom extra hard aan. “Het was een nare tijd. Normaal gesproken mag er onbeperkt bezoek worden ontvangen, qua aantallen en qua tijd. En toen mochten er opeens nog maximaal twee personen komen, twee keer twee uurtjes per dag.” Het hospice is zelfs even dicht geweest. “We hadden toevallig weinig aanbod en toen de laatste gast was herplaatst, zijn we even gesloten geweest. Gelukkig is het nu overal wat soepeler geworden. De gezellige sfeer is terug. Er wordt weer gelachen, veel gepraat, ook gehuild uiteraard. Net als thuis.”
Loyale vrijwilligers
Aad noemt de 64 aangesloten vrijwilligers het ‘grote kapitaal’ van het hospice. “We hebben een loyale club met vrijwel geen verloop, wel aanwas. Ze krijgen regelmatig trainingen en bijscholing. Ze zijn heel vereerd dat zij bij dit laatste moment aanwezig mogen zijn. De gasten laat ons toch toe in een heel intiem deel van hun leven. De vrijwilligers hebben fantastisch mooie gesprekken met hen.”
De vrijwilligers hebben geen medische zorgtaak. “Ze maken het iedereen naar de zin. Ze geven gasten en naasten koffie en thee al dan niet met iets erbij en er wordt gekookt. Ze vragen onze gasten wat ze willen eten. Dat is niet zo veel meer, maar ze krijgen wat ze willen. Soms is dat vis, soms een kroketje. Zonder de vrijwilligers en sponsoren was dit niet de bijzondere plek geworden die het nu is.”