Stichting IDO is er voor kwetsbare mensen in Lelystad. Zij kunnen terecht bij drie inloophuizen en binnenlopen tijdens de dagelijkse inloopspreekuren. “Al onze activiteiten zijn gericht op mensen die in een kwetsbare situatie zitten en vaak ook financiële problemen hebben”, vertelt Veerle, tot voor kort directeur bij de stichting. “We zorgen dat mensen er niet alleen voor staan, dat ze weer kunnen slapen en dat ze rust voelen. Maar de grootste stappen zetten ze zelf. Het vraagt veel om je problemen onder ogen te zien en er echt iets aan te gaan doen. Ik heb daar grote bewondering voor.”
Vier jaar was ze deelnemer van het Oranje Fonds-programma Meedoen, Samen uit de Armoede. “We bestaan al 30 jaar. Door het programma kregen we de tijd om stil te staan en vanuit rust te kijken of we nog op de goede weg zaten. Bij inloophuizen word je snel meegezogen in de waan van de dag. Je weet nooit wat er gaat gebeuren. Door de financiële steun van het fonds kregen we de ruimte om mee te doen, want het leverde tijd en uren op.”
Het programma hielp bij zaken op scherp zetten. “Vaak denk je dat je alleen maar wil groeien. We kregen nu de kans om vanuit onze missie te kijken hoe mensen het beste geholpen kunnen worden en niet hoe wij hen het beste kunnen helpen. Het is veel effectiever om te kijken wat je doet en hoe dat beter of anders kan.”
Alles zelf doen is een illusie
Samenwerking bleek een van de oplossingen. “Alles zelf doen is een illusie. Wij willen, net als veel andere organisaties, dat mensen meedoen in de samenleving. Daarom is het belangrijk krachten te bundelen en niet na te denken over het eigen belang. We zijn met twee organisaties op het gebied van schuldhulpverlening begonnen met een werkplaats financiën. Samen hebben we gekeken hoe we mensen met schulden het beste kunnen ondersteunen. Wat hebben ze nodig en wat hebben ze van ons als samenwerkingsorganisaties nodig?”
Ook werd nog eens gekeken naar de doelgroep. “Eerst hielpen we iedereen, maar nu weten we precies voor wie willen we er zijn: mensen die niet makkelijk bij hulpverlening terechtkomen of snel uitvallen. Dat heeft heel veel in gang gezet. We zoeken warme manieren om anderen te helpen: mensen van reguliere schuldhulpverlening komen bij ons een intake doen of een huisarts houdt bij ons een inloopspreekuur. We halen dus hulp in huis om de drempel te verlagen en ervoor te zorgen dat mensen zo steun krijgen.”
Een landelijk netwerk
De deelname heeft Veerle’s blik verruimd. “Ik vond het heel inspirerend om met de andere deelnemende organisaties te praten. Ik had al een heel netwerk in Lelystad, maar nu heb ik een landelijk netwerk. Mijn wereld is groter geworden. Het leukste vond ik dat ik er echt een dagje uit was. Tijdens de workshops en trainingen sprak ik over hele andere dingen dan op mijn werk. Van tevoren denk je wel dat het veel tijd kost, maar als je er dan bent is het heel fijn.”
Volgens Veerle zijn programma’s van het Oranje Fonds heel nuttig als een organisatie wil ontdekken waar kwetsbaarheden zitten en eens kritisch naar zichzelf wil kijken.“Als we niet hadden meegedaan, dan hadden we niet zo’n fundamentele doorlichting van de organisatie uitgevoerd. Het is goed om je eigen vooronderstellingen onder de loep te nemen. We denken dat we mensen op een bepaalde manier helpen, maar klopt dat ook? Iedereen zou dat eens moeten onderzoeken.”
